20. beklemtoont dat de lidstaten meer moeten doen voor het beschermen van kinderen die zich om meerdere redenen in een achterstandspositie bevinden of bijzonder kwetsbaar zijn, onder andere door middel van het aanbieden van betaalbare, toegankelijke en kwalitatief hoogwaardige diensten; dringt aan op de ontwikkeling van passende monitoringmechanismen voor het identificeren van en het bieden van steun aan 'risicokinderen';
20. souligne que les États membres doivent intensifier leurs efforts pour protéger les enfants qui souffrent de carences multiples ou qui sont particulièrement vulnérables, notamment en assurant des services sociaux de haute qualité à coût modéré; demande que soient mis en place des systèmes appropriés de suivi afin de repérer et d'aider les enfants exposés;