Met betrekking tot het argument afgeleid uit de vergelijking tussen de verzoekende partij en de situatie van de veertien andere beschutte werkplaatsen, wordt in de eerste plaats opgemerkt dat de meeste onder hen hun statuten niet dienden te wijzigen in zoverre de verenigingen zonder winstoogmerk die ze beheren, geen andere activiteiten hadden.
En ce qui concerne l'argument tiré de la comparaison entre la partie requérante et la situation des quatorze autres ateliers protégés, il est relevé tout d'abord que la plupart d'entre eux n'avaient pas à modifier leurs statuts dans la mesure où les associations sans but lucratif qui les gèrent n'avaient pas d'autres activités.