Art. 2. De aanvullende kamers bedoeld in artikel 1 nemen kennis van de zaken dewelke hen uitdrukkelijk zijn toegewezen bij artikel 109ter van het Gerechtelijk Wetboek; zij houden beurtelings zitting in de voormiddag van elke werkdag om 9 uur, tenzij de eerste voorzitter, in samenspraak met de magistraat-coördinator en rekening houdende met de noodwendigheden van de dienst, er anders over beslist.
Art. 2. Les chambres supplémentaires visées à l'article 1 connaissent des causes qui leur sont expressément dévolues par l'article 109ter du Code judiciaire; elles siègent alternativement chaque jour matin ouvrable à partir de 9 heures, à moins que, compte tenu des nécessités du service, il n'en soit décidé autrement par le premier président en concertation avec le magistrat-coordinateur.