Volgens artikel 134, § 2, van de voornoemde wet van 13 juni 2005 is de Koning gemachtigd om " de nadere regels vast [te stellen] volgens dewelke de operatoren hun medewerking verlenen aan het onderzoek van een vermoedelijke inbreuk door een persoon die een betalende dienst via een elektronische-communicatienetwerk aanbiedt" .
Selon l'article 134, § 2, de la loi du 13 juin 2005 précitée, le Roi est habilité à fixer " les modalités selon lesquelles les opérateurs collaborent à l'enquête relative à une infraction présumée commise par une personne qui fournit un service payant via un réseau de communications électroniques" .