6. dringt er op aan dat de lidstaten een ad-hocwetgeving van civielrechtelijke en strafrechtelijke aard uitwerken met betrekking tot de detailhandel in gewelddadige console-, video- en computerspellen; meent dat online spellen die in de eerste plaats op kinderen en jongeren gericht zijn om winst te maken, bijzondere aandacht moeten krijgen;
6. les invite à prévoir, en matière civile et pénale, une législation spécialisée relative à la vente au détail à des enfants de jeux vidéo violents et à leur mise en ligne, en tentant tout particulièrement compte des jeux en ligne s'adressant principalement aux enfants et aux jeunes dans un but lucratif;