Enerzijds werd het ontwerp van amendement beschouwd als afbreuk doend aan het democratische beginsel van de transparantie, en een wantrouwen ten opzichte van de collectieve beheersvennootschappen kon veroorzaken, en vond men dat de leden van een dergelijke vennootschap op zijn minst het recht dienen te hebben om aan de algemene vergadering deel te nemen (Gedr. St., Kamer van volksvertegenwoordigers, verslag nr. 1.606/3, blz. 6).
D'une part, il a été considéré que cet amendement porterait atteinte au principe démocratique de la transparence et pourrait susciter une méfiance à l'égard des sociétés de gestion collective et que les membres d'une telle société doivent au moins avoir le droit de participer à l'assemblée générale (Doc. parl., Chambre des représentants, rapport no 1.606/3, p. 6).