(15) Om te waarborgen dat de dampspanning van de benzine die resulteert uit het vermengen van twee wettelijk toegelaten benzine-ethanolmengsels beneden de wettelijke dampspanningsgrenswaarde blijft, is het noodzakelijk de toegestane afwijking voor de dampspanning van dergelijke mengsels vast te stellen, opdat hierbij rekening wordt gehouden met de intrinsieke kwaliteit van de benzine en opdat die aldus overeenstemt met de feitelijke toename van de dampspanning ten gevolge van de toevoeging van een bepaald percentage ethanol aan benzine.
(15) Pour faire en sorte que la pression de vapeur de l’essence résultant du mélange de deux mélanges essence-éthanol autorisés reste inférieur à la limite autorisée, il est nécessaire de définir le dépassement autorisé de la pression de vapeur prescrite pour de tels mélanges afin que celui-ci prenne en compte la qualité intrinsèque des essences, et qu’il corresponde ainsi à l’augmentation réelle de pression de vapeur observée lors de l’ajout d’un pourcentage donné d’éthanol dans l’essence.