« Schendt artikel 19 van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6.1 en 13 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre het beroep waarin het voorziet het de openbare werk
gever niet mogelijk maakt de v
aststelling van het percentage in een voor hem gunstigere zin te betwisten om
...[+++] de vermindering ervan te verkrijgen, terwijl de ambtenaar die het slachtoffer van een arbeidsongeval is, door het instellen van een dergelijk beroep de vaststelling van het percentage van blijvende arbeidsongeschiktheid in een voor hem gunstigere zin kan betwisten om de verhoging ervan te verkrijgen ?« L'article 19 de la loi du 3 juillet 1967 sur la prévention ou la réparation des dommages résultant des accidents du travail, des accidents survenus sur le chemin du travail et des maladies professionnelles dans le secteur public viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution combinés ou non avec les articles 6, § 1, et 13 de la Convention de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales en ce que le recours qu'il prévoit ne permet pas à l'employeur public de contester dans un sens qui lui est plus favor
able la fixation du pourcentage en vue d'obtenir sa diminution, alors que l'agent public victime d'un accident du
...[+++] travail peut, en exerçant un tel recours, contester dans un sens qui lui est plus favorable à celle-ci la fixation du pourcentage d'incapacité permanente en vue d'obtenir son augmentation ?