De wetgever heeft immers bij de goedkeuring van de wet van 26 juni 1992 houdende sociale en diverse bepalingen vastgesteld dat door de starheid van bepaalde maatregelen die vergelijkbaar zijn met die van artikel 35, derde en vierde lid, het aantal seponeringen, om redenen van billijkheid, was toegenomen (Parl. St., Senaat, B.Z., 1991-1992, nr. 315-2, p. 64).
Le législateur a en effet constaté, lors du vote de la loi du 26 juin 1992 portant des dispositions sociales et diverses, que la rigidité de mesures comparables à celles de l'article 35, alinéas 3 et 4, aboutissait à multiplier, pour des raisons d'équité, le nombre de classements sans suite (Doc. parl., Sénat, S.E., 1991-1992, n° 315-2, p. 64).