Indien vastgesteld of vermoed wordt dat een schadelijk organisme in de Gemeenschap is binnengebracht of zich daar verspreidt, kunnen de lidstaten overeenkomstig de artikelen 23 en 24 in aanmerking komen voor een financiële bijdrage "fytosanitaire bestrijdingsmaatregelen" van de Gemeenschap voor de dekking van de uitgaven die rechtstreeks voortvloeien uit de noodzakelijke maatregelen die zijn getroffen of die worden overwogen met het oog op de bestrijding van dat schadelijke organisme om het uit te roeien of, als dat niet mogelijk is, de verspreiding ervan tegen te gaan.
En cas d'apparition réelle ou soupçonnée d'un organisme nuisible due à son introduction ou à sa dissémination dans la Communauté, les États membres peuvent bénéficier d'une participation financière de la Communauté au titre de la "lutte phytosanitaire" conformément aux articles 23 et 24, pour couvrir les dépenses directement afférentes aux mesures nécessaires qui ont été prises ou sont prévues afin de lutter contre cet organisme nuisible en vue de son éradication ou, si celle-ci n'est pas possible, de son endiguement.