2. De lidstaten gaan uit van het vermoeden, dat drukvaten, waarvoor de in lid 1, tweede alinea, bedoelde normen ontbreken of ten aanzien waarvan de fabrikant deze normen slechts ten dele of in het geheel niet heeft toegepast, in overeenstemming zijn met de in bijlage I opgenomen essentiële veiligheidsvoorschriften, indien, na ontvangst van een EG-typeverklaring, hun overeenstemming met het goedgekeurde model wordt aangetoond door het aanbrengen van een CE-markering.
2. Les États membres présument que les récipients, pour lesquels les normes visées au paragraphe 1, deuxième alinéa, n’existent pas ou pour lesquels le fabricant n’a pas appliqué ou n’a appliqué qu’en partie lesdites normes, sont conformes aux exigences essentielles de sécurité figurant à l’annexe I, lorsque, après avoir reçu une attestation «CE» de type, leur conformité au modèle agréé est attestée par l’apposition du marquage «CE».