Traduction de «defensie-industrie van elke lidstaat afzonderlijk niet altijd economisch voordelig » (Néerlandais → Français) :

10. is ingenomen met de richtlijnen over aanbestedingen en overdrachten, die tot doel hebben de mededinging en transparantie te vergroten en de overdracht van technologie te vereenvoudigen; moedigt een versterking van de vraag aan door middel van initiatieven voor bundelen en delen, zoals gezamenlijke onderzoeks- en technologieprojecten of de bundeling van de vraag voor gedeelde capaciteiten, rekening houdend met de zorgen van de defensie-industrie – kleine en middelgrote ondernemingen inbegrepen – en wetend dat het voor de defensie-industrie van elke lidstaat afzonderlijk niet altijd economisch voordelig of haalbaar is om helemaal op zichzelf te functioneren; vraagt de Commissie om ondersteuning van de industriële en technologische basis van de defensiesector door middel van de invoering van een communautairepreferentieprocedure, gezien de specifieke kenmerken van bepaalde defensie-uitrustingen waarvoor het belangrijk is een strategische autonomie en een operationele soevereiniteit te bewaren; merkt op dat minder competitieve bedrijven die geen op export gerichte groeistrategie ten uitvoer kunnen leggen, een diversificatie van hun portefeuille – van defensieartikelen naar civiele veiligheid of middels een tweevoudig gebruik van producten – zouden moeten nastreven, met dien verstande dat een zekere consolidatie van de bevoorrading onvermijdelijk is;
10. salue les directives relatives aux marchés publics et aux transferts, qui visent à augmenter la concurrence et la transparence et à faciliter le transfert de technologie; encourage, par le biais d'initiatives mises en commun et partagées, une meilleure consolidation de la demande, en élaborant des projets de RT communs ou en groupant la demande en capacités partagées, tout en tenant compte des intérêts de l'industrie de la défense, et notamment des PME, et en reconnaissant qu'il n'est pas toujours rentable ni possible pour le secteur de la défense des différents États membres d'agir de façon pleinement indépendante; invite la Commission européenne à soutenir la base industrielle et technologique de défense par la mise en place d'une procédure de préférence communautaire en raison des spécificités de certains matériels de défense pour lesquels il importe de préserver une autonomie stratégique et une souveraineté opérationnelle; ajoute que, en ce qui concerne l'offre, les entreprises moins compétitives qui se trouvent dans l'incapacité d'élaborer une stratégie de croissance induite par les exportations devraient s'efforcer de diversifier leur production de matériel de défense en l'élargissant aux produits de sécurité civile ou à double usage, même si un minimum de consolidation de l'offre reste inévitable;

7. merkt op dat het ontbreken van een communautair beleid inzake de defensie-industrie tot een aanzienlijke versplintering van de defensiemarkt voor wat betreft vraag en aanbod, regelgeving en normen; erkent dat een communautair beleid inzake de defensie-industrie economische voordelen zou opleveren, de rol van de Europese Unie op wereldniveau kan versterken en de ervoor kan zorgen dat Europa haar technologische capaciteiten behoudt, zonder daarom het specifieke karakter van elke lidstaat te negeren; meent daarom dat een Europees beleid inzake de defensie-industrie meerdimensionale samenwerking zou moeten aanmoedigen, tot voordeel van de EU, door de voornaamste doelstellingen van de industrie uit te tekenen, de relatieve voordelen en strategische industriesectoren in kaart te brengen en de ondersteunende rol van het Europees Defensieagentschap (EDA) – kernspeler bij de uittekening van een Europees industrieel beleid – en de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) voor wat samenwerking tussen de lidstaten betreft, te benadrukken; erkent voorts dat het hoofddoel 2030 inzake de defensie-industrie moet bijdragen tot de coördinatie van het defensiebeleid van de lidstaten; merkt op dat grensoverschrijdende en trans-Atlantische industriële samenwerking de toegang tot nieuwe technologieën en de ontwikkeling van geavanceerde producten kan bevorderen en een stimulans kan vormen om naar doeltreffende maatregelen te zoeken ter vermindering van de kosten en ter verkorting van de productiecyclus; wijst erop dat een communautaire defensie-industrie op nationale basis als gevolg van de financiële crisis niet levensvatbaar is, en dat een verdere consolidatie van de EU-defensie-industrie tot lagere defensiebegrotingen zal leiden;
7. constate qu'en l'absence de politique industrielle de défense commune, le marché de la défense s'est considérablement fragmenté en matière de demande, d'offre, de réglementation et de normes; reconnaît qu'une politique industrielle de défense commune semble pertinente du point de vue économique pour renforcer le rôle de l'Union européenne sur la scène mondiale et préserver le potentiel technologique de l'Europe tout en tenant compte des spécificités de chaque État membre; est donc convaincu que la politique industrielle de défense européenne devrait encourager une coopération pluridimensionnelle au sein de l'Union, en en fixant les principaux objectifs industriels, en établissant les avantages comparatifs et les secteurs industriels stratégiques et en mettant l'accent sur le rôle de l'Agence européenne de défense (AED), un des grands acteurs dans la définition d'une politique industrielle européenne, et les divers organes de l'Organisation du traité de l'Atlantique Nord (OTAN) en vue de soutenir la coopération entre les États membres; reconnaît en outre la nécessité de définir un objectif global de l'industrie de la défense à l'horizon 2030 pour faciliter la coordination des politiques de défense des États membres; note que la coopération industrielle transfrontalière et transatlantique peut faciliter l'accès aux nouvelles technologies, encourager le développement de produits avancés et favoriser l'adoption de mesures efficaces destinées à réduire les coûts et à raccourcir le cycle de production; note que la crise financière ne permet pas de construire une industrie européenne de la défense viable au niveau des États membres et que poursuivre la consolidation de l'industrie de défense européenne permettra de réduire les budgets de la défense;