1. Voor de zones waar de te verwachten toeneming van de verontreiniging door zwaveldioxyde en zwevende deeltjes ten gevolge van met name stedelijke of industriële ontwikkelingen naar de mening van de betrokken Lid-Staat moet worden beperkt of voorkomen, stelt de Lid-Staat, uitgaande van de richtwaarden in bijlage II als referentiepunt, waarden vast die lager moeten zijn dan de grenswaarden van bijlage I.
1. Dans les zones pour lesquelles l'État membre concerné estime qu'il est nécessaire de limiter ou de prévenir un accroissement prévisible de la pollution par l'anhydride sulfureux et les particules en suspension à la suite de développements notamment urbains ou industriels l'État membre fixe, en prenant comme point de référence les valeurs guides figurant à l'annexe II, des valeurs qui devront être inférieures aux valeurs limites de l'annexe I.