Traduction de «decreten de sportbeoefenaars » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE

betaalde sportbeoefenaar
sportif rémunéré

jonge sportbeoefenaar
jeune sportif

arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars
contrat de travail du sportif rémunéré

professioneel sportbeoefenaar
sportif professionnel

medische begeleiding van sportbeoefenaars
suivi médical des sportifs | suivi médico-sportif

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

In beide decreten gaat het om een depenalisering van dopinggebruik door de sportbeoefenaar, maar de controles en de informatiedoorstroming worden op een verschillende manier georganiseerd.
Dans les deux décrets, il s'agit d'une dépénalisation de l'usage de produits dopants par le sportif, mais le contrôle et la circulation des informations sont organisés différemment.

We beschikken ook over andere decreten, in het bijzonder het decreet inzake de bevordering van de gezondheid op school. De gezondheid van de sportbeoefenaar, jong of niet, is uiterst belangrijk.
Nous disposons d'autres décrets, notamment le décret relatif à la promotion de la santé à l'école, parce que la promotion de la santé du sportif, jeune ou pas, est primordiale.

- Het decreet van de Nederlandse Cultuurgemeenschap van 25 februari 1975 tot vaststelling van het statuut van de niet-betaalde sportbeoefenaar en het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 24 juli 1996 tot vaststelling van het statuut van de niet-professionele sportbeoefenaar schenden noch de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die decreten de sportbeoefenaars verschillend behandelen naargelang zij meer of minder dan een bepaald jaarloon ontvangen en naargelang zij al dan niet zelfstandige zijn, noch het bevoegdheidsvoorbehoud omtrent de economische unie en de monetaire eenheid, vervat in artikel 6, § 1, VI, derde lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in zoverre die decreten de deelnemers aan een nationale sportactiviteit verschillend behandelen.
- Le décret de la Communauté culturelle néerlandaise du 25 février 1975 fixant le statut du sportif amateur non rémunéré et le décret de la Communauté flamande du 24 juillet 1996 fixant le statut du sportif amateur ne violent ni les articles 10 et 11 de la Constitution, en tant que ces décrets traitent différemment les sportifs selon qu'ils perçoivent plus ou moins qu'une rémunération annuelle déterminée et selon qu'ils sont ou non indépendants, ni la réserve de compétence relative à l'union économique et à l'unité monétaire, contenue à l'article 6, § 1, VI, alinéa 3, de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, en tant que ces décrets traitent différemment les participants à une activité sportive nationale.

De tweede prejudiciële vraag betreft de bestaanbaarheid van het decreet van de Nederlandse Cultuurgemeenschap van 25 februari 1975 en het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 24 juli 1996 met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die decreten de sportbeoefenaars die geen loon ontvangen en de sportbeoefenaars die minder dan een bepaald jaarloon ontvangen op dezelfde wijze behandelen.
La deuxième question préjudicielle concerne la compatibilité du décret de la Communauté culturelle néerlandaise du 25 février 1975 et du décret de la Communauté flamande du 24 juillet 1996 avec les articles 10 et 11 de la Constitution, en tant que ces décrets traitent de manière identique les sportifs qui ne perçoivent pas de rémunération et les sportifs qui perçoivent moins qu'une certaine rémunération annuelle.

- de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die decreten de sportbeoefenaars die geen loon ontvangen en de sportbeoefenaars die minder dan een bepaald jaarloon ontvangen op dezelfde wijze behandelen;
- les articles 10 et 11 de la Constitution, en tant que ces décrets traitent de manière identique les sportifs qui ne perçoivent pas de rémunération et les sportifs qui perçoivent moins qu'une rémunération annuelle déterminée;

- de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die decreten de sportbeoefenaars verschillend behandelen naargelang zij meer of minder dan een bepaald jaarloon ontvangen en naargelang zij al dan niet zelfstandige zijn;
- les articles 10 et 11 de la Constitution, en tant que ces décrets traitent différemment les sportifs selon qu'ils perçoivent plus ou moins qu'une rémunération annuelle déterminée et selon qu'ils sont ou non indépendants;

De eerste prejudiciële vraag betreft de bestaanbaarheid van het decreet van de Nederlandse Cultuurgemeenschap van 25 februari 1975 en het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 24 juli 1996 met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die decreten de sportbeoefenaars verschillend behandelen naargelang zij meer of minder dan een bepaald jaarloon ontvangen en naargelang zij al dan niet zelfstandige zijn.
La première question préjudicielle concerne la compatibilité du décret de la Communauté culturelle néerlandaise du 25 février 1975 et du décret de la Communauté flamande du 24 juillet 1996 avec les articles 10 et 11 de la Constitution, en tant que ces décrets traitent différemment les sportifs selon qu'ils perçoivent plus ou moins qu'une rémunération annuelle déterminée et selon qu'ils sont ou non indépendants.