« [Door] het arrest van 18 juni 1998 van het Hof van Cassatie [komt] de wettigheid van het volledige KB [van 24 oktober 1978] op de helling te staan, hetgeen een decretaal ingrijpen noodzakelijk maakt, teneinde het forfaitair karakter van de planschadevergoeding een onbetwistbare decretale grondslag te geven en het tot op heden door het Vlaamse Gewest gevoerde verweer te kunnen verder zetten.
« [Du] fait de l'arrêt de la Cour de cassation du 18 juin 1998, la légalité de l'ensemble de l'arrêté royal [du 24 octobre 1978] est compromise, ce qui nécessite une intervention décrétale afin de donner un fondement décrétal incontestable au caractère forfaitaire de l'indemnité pour les dommages résultant du plan et pour pouvoir poursuivre la défense menée jusqu'à présent par la Région flamande.