Wanneer de decreetgever echter meent in een onderscheiden behandeling te moeten voorzien, dient hij daarvoor een objectieve en redelijke verantwoording te geven die evenredig is met de gevolgen van het gemaakte onderscheid.
Lorsque le législateur décrétal considère toutefois qu'il doit prévoir un traitement différencié, il doit avancer une justification objective et raisonnable qui soit proportionnée aux effets de la distinction opérée.