Voor de in artikel 13, § 4 van het decreet bedoelde werken omvat het verzoek in voorkomend geval eveneens hetzij de aanvraag voor machtiging tot onteigening ten algemenen nutte, hetzij het bewijs van verwerving in der minne, hetzij de overeenkomsten met de eigenaars, de vruchtgebruikers en de houders van zakelijke rechten.
En ce qui concerne les travaux visés par l'article 13, § 4. du décret, la demande est également assortie, le cas échéant, soit de la demande d'autorisation de procéder à l'expropriation pour cause d'utilité publique, soit de la preuve d'acquisition de gré à gré, soit des accords conclus avec les propriétaires, usufruitiers ou titulaires de droits réels.