Percelen waarop een verschillende periode voor het op of in de bodem brengen van meststoffen als vermeld in artikel 8 of 14, § 9, van het
Mestdecreet van 22 december 2006, of verschillende maximale bemestingsnormen, conform artikel 3, § 2 en § 3, en conform artikel 13, 14, 16, 17, 18, 41bis, 41ter, 42, en 8
6 van het voormelde decreet, van toepassing zijn, worden in ieder geval niet beschouwd als een perceelsgro
...[+++]ep met een homogene bemestingspraktijk.
Des parcelles régies par différentes périodes quant à l'épandage ou l'enfouissement d'engrais, telles que visées à l'article 8 ou 14, § 9, du Décret sur les engrais du 22 décembre 2006, ou diverses normes de fertilisation maximales, conformément à l'article 3, §§ 2 et 3, et aux articles 13, 14, 16, 17, 18, 41bis, 41ter, 42 et 86 du Décret précité, ne sont en tout cas pas considérées comme un groupe de parcelles à la pratique de fertilisation homogène.