Bij beschikking van 10 februari 1999 heeft het Hof de zaak in gereedheid verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 3 maart 1999, nadat het de memorie van de Waalse Regering onontvankelijk had verklaard en uit de debatten had geweerd.
Par ordonnance du 10 février 1999, la Cour a déclaré l'affaire en état et fixé l'audience au 3 mars 1999, après qu'elle eut déclaré irrecevable et écarté des débats le mémoire du Gouvernement wallon.