In de praktijk wordt door bepaalde inspecteurs van de administratie van de Ondernemings- en de Inkomstenfiscaliteit (hierna AOIF) het standpunt ingenomen dat voor de berekening van een minderwaarde, de verkoopwaarde moet worden vergeleken met de aanschaffingswaarde van de aandelen, waarbij voor de bepaling van de verkoopwaarde echter, naast de verkoopprijs, ook rekening moet worden gehouden met de aan de verkoop inherente bijzondere kosten (inclusief de erelonen van advocaten en andere adviseurs).
Dans la pratique, certains inspecteurs de l'administration de la Fiscalité des entreprises et des revenus (ci-après dénommée AFER) adoptent le point de vue suivant : pour calculer une moins-value, il faut comparer le prix de vente à la valeur d'acquisition des actions en tenant compte pour la détermination de la valeur de vente non seulement du prix de vente proprement dit mais aussi des frais particuliers inhérents à la vente (y compris les honoraires des avocats et autres conseillers).