« Art. 14 bis. - § 1. De in artikel 2bis, 1° tot 4°, bedoelde personen die in de uitoefening van hun beroep feiten vaststellen waarvan ze weten dat ze verband houden met het witwassen van geld of die bewijsmateriaal voor het witwassen van geld kunnen vormen, moeten daarvan onmiddellijk de cel voor financiële informatieverwerking daarvan op de hoogte brengen.
« Art. 14 bis. - § 1. Les personnes visées à l'article 2bis, 1° à 4°, qui, dans l'exercice de leur profession, constatent des faits qu'ils savent être liés au blanchiment de capitaux ou qui sont susceptibles de constituer la preuve d'un blanchiment de capitaux, sont tenues d'en informer immédiatement la cellule de traitement des informations financières.