Wanneer een aanvraag wordt ingediend bij de autoriteit van een lidstaat die een andere lidstaat vertegenwoordigt, wordt bij de invoer van de gegevens in het VIS en de daaropvolgende communicatie over het desbetreffende aanvraagdossier de identificatiecode van de vertegenwoordigde lidstaat opgegeven. Deze identificatiecode wordt opgeslagen als het attribuut „represented User” uit dezelfde codetabel als de lidstaat die de gegevens in het VIS invoert.
Lorsque la demande est déposée auprès des autorités d’un État membre qui en représente un autre, la saisie des données dans le VIS et toute communication ultérieure relative à ce dossier de demande doivent mentionner l’identité de l’État membre représenté, laquelle est conservée en tant qu’attribut «utilisateur représenté» selon le même tableau de codes que celui qui s’applique à l’État membre ayant saisi les données dans le VIS.