Uit de voormelde parlementaire voorbereiding blijkt dat de bestreden artikelen 25 tot 29 van de eerste wet van 10 april 2014, die betrekking hebben op de geldelijke loopbaan van de griffier, meer bepaald wat de bevordering in weddeschaal betreft, en op het daarmee samenhangende systeem van evaluatie van de griffier, niet zonder redelijke verantwoording zijn.
Il ressort des travaux préparatoires précités que les articles 25 à 29 attaqués de la première loi du 10 avril 2014 qui portent sur la carrière pécuniaire du greffier, plus précisément en ce qui concerne la promotion par avancement barémique, et sur le système d'évaluation du greffier qui y est lié, ne sont pas dénués de justification raisonnable.