De samenwerking tussen de bureaus voor de ontneming van vermogensbestanddelen onderling en tussen de bureaus voor de ontneming van vermogensbestanddelen en andere autoriteiten die ermee zijn belast de opsporing en de identificatie van opbrengsten van misdrijven te vergemakkelijken, geschiedt in overeenstemming met procedures en termijnen die zijn vastgesteld in Kaderbesluit 2006/960/JBZ van de Raad van 18 december 2006 betreffende de vereenvoudiging van de uitwisselin
g van informatie en inlichtingen tussen de rechtshandhavingsautoriteiten van de lidstaten van de Europese Unie (4), mede reke
ning houdend met de ...[+++]daarin vervatte gronden voor weigering.
La coopération entre les bureaux de recouvrement des avoirs et entre ces derniers et les autres services chargés de faciliter le dépistage et l’identification des produits du crime devrait être menée sur la base des procédures et des délais prévus dans la décision-cadre 2006/960/JAI du Conseil du 18 décembre 2006 relative à la simplification de l’échange d’informations et de renseignements entre les services répressifs des États membres de l’Union européenne (4), y compris des motifs de refus qu’elle prévoit.