11. wijst met grote nadruk op de verantwoordelijkheid van de lidstaten en de samenleving in haar geheel voor pesterijen en geweld op het werk en ziet daarin het belangrijkste doel van de bestrijdingsstrategie;
11. met expressément l'accent sur la responsabilité des États membres et de l'ensemble de la société à l'égard du harcèlement moral et de la violence au travail et y voit l'élément central de la stratégie de lutte en la matière;