Op de repliek dat het tweede voorstel wel de terugwerkende kracht voorziet stelt spreker dat het verbijsterend is dat men niet alleen een interpretatieve wet gaat stemmen maar dat men daarboven een wet gaat stemmen met terugwerkende kracht in strafzaken.
À la réplique selon laquelle la deuxième proposition prévoit bel et bien la rétroactivité, l'intervenant répond qu'il serait déjà stupéfiant qu'on adopte une loi interprétative, mais encore plus qu'on adopte une loi prévoyant la rétroactivité en matière pénale.