De leeftijd is op 65 jaar gebracht omdat zulks overeenkomt met de in verordening 1251/70 van de Commissie van 29 juni 1970 vastgestelde leeftijd met betrekking tot het recht van zelfstandigen om op het grondgebied van een lidstaat te blijven wonen nadat zij daar een beroep hebben uitgeoefend, indien in de bewuste lidstaat geen ouderdomspensioen voor zelfstandigen bestaat.
L'âge a été porté à 65 ans pour correspondre à l'âge fixé dans le règlement 1251/70 de la Commission, du 29 juin 1970, relatif aux droits des travailleurs indépendants de rester sur le territoire d'un État membre après avoir occupé un emploi si, dans cet État membre, il n'existe pas de pension de vieillesse pour les travailleurs indépendants.