Het misdrijf, bedoeld in het eerste of tweede lid, wordt gestraft met een geldboete van 1.000 tot 100.000 euro en met een gevangenisstraf van één jaar tot vijf jaar of met een van die straffen alleen in volgende gevallen : 1° als van de betrokken activiteit een gewoonte wordt gemaakt, 2° als het een daad van deelneming aan de hoofd- of bijkomende bedrijvigheid van een vereniging betreft, ongeacht of de schuldige de hoedanigheid van leidend persoon heeft ».
L'infraction, visée à l'alinéa 1 ou deux, est punie d'une amende de 1.000 à 100.000 euros et d'un emprisonnement d'un an à cinq ans ou d'une de ces [peines] dans les cas suivants : 1° si l'activité en question devient une habitude; 2° s'il s'agit d'un acte de participation à l'activité principale ou secondaire d'une association, que le coupable revête ou non la qualité de personne dirigeante ».