2. De lidstaten kunnen vaststellen hoe groot de percelen minstens moeten zijn om voor herstructurerings- en omschakelingssteun in aanmerking te komen, wat de minimumoppervlakte moet zijn van het perceel dat uit de herstructurering en de omschakeling ontstaat en in welke naar behoren verantwoorde en op objectieve criteria gabaseerde gevallen van deze eis mag worden afgeweken.
2. Les États membres peuvent imposer une superficie minimale pour les parcelles pouvant prétendre à l’aide à la restructuration et à la reconversion, ainsi que pour les parcelles résultant de la restructuration et de la reconversion, et que toute dérogation à cette exigence soit dûment justifiée et fondée sur des critères objectifs.