Overeenkomstig de rechtspraak van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, is de in artikel 36bis, § 1, van het Rechtspositiedecreet bedoelde voorrangsregeling niet aan te merken als een absoluut recht op benoeming en creëert het voor de inrichtende macht geen gebonden bevoegdheid om de kandidaat die aan de voorwaarden voldoet, te benoemen.
Conformément à la jurisprudence de la section du contentieux administratif du Conseil d'Etat, la règle de priorité visée à l'article 36bis, § 1, du décret sur le statut ne doit pas être considérée comme un droit absolu à une nomination et ne crée pas une compétence liée obligeant le pouvoir organisateur à nommer le candidat qui remplit les conditions.