De amendementen op artikel 22 met de nrs. 34 en 46 respectievelijk van de heer D'Hooghe en van de heren Verreycken en Creyelman worden verworpen respectievelijk met 10 tegen 2 stemmen en met 10 stemmen tegen 1 stem, bij 1 onthouding.
Les amendements nº 34 et 46 à l'article 22, déposés respectivement par M. D'Hooghe et par MM. Verreycken et Creyelman, sont rejetés, le premier par 10 voix contre 2, le second par 10 voix contre 1 et 1 abstention.