In antwoord op de vraag of er een verschillende coëfficiënt kan zijn binnen elke landbouwstreek voor de gronden en de gebouwen, verklaarde de vertegenwoordiger van de staatssecretaris voor Landbouw dat « er slechts één enkele coëfficiënt wordt vastgesteld per landbouwstreek voor gronden en één voor gebouwen » (Parl. St., Senaat, 1986-1987, nr. 586/2, p. 99).
En réponse à la question de savoir s'il pourrait y avoir un coefficient différent au sein de chaque région agricole pour les terres et les bâtiments, le représentant du secrétaire d'Etat à l'Agriculture a déclaré qu'« on ne fixe qu'un seul coefficient par région agricole pour les terrains et un coefficient pour les bâtiments » (Doc. parl., Sénat, 1986-1987, n° 586/2, p. 99).