6.2 . De relatieve positie van punt R ten opzich
te van punt H en de correlatie tussen de ontwerprugleuninghoek en de werkelijke rugleuninghoek worden voor de betreffende zitplaats bevredigen geacht indien het punt H , zoals bepaald door zijn coordinaten , binnen een rechthoek in de lengterichting ligt waarva
n de horizontale en verticale zijden respectievelijk 30 en 20 mm lang zijn en waarvan de diagonalen elkaar snijden in punt R , en indien de werkelijke rugleuninghoek niet meer dan 3 * afwijkt van de ontwerprugl
...[+++]euninghoek .6.2. La vérification de la position relative des points R et H et du rapport entre l'angle prévu et l'angle réel d'inclinaison du dossier est considérée comme satisfaisante pour la place assise en question si le point H, tel qu'il est défini par ses coordonnées, se trouve dans un rectangle longitudinal de centre R dont les côtés horizontaux et verticaux ont respectivement 30 mm et 20 mm de longueur et si l'angle réel d'inclinaison du dossier ne s'écarte par de plus de 3º de l'angle prévu d'inclinaison.