4. In afwijking van lid 2 kan een lidstaat een andere correctiefactor gebruiken indien hij de Commissie daarvan elektronisch overeenkomstig de in bijlage IV vastgestelde voorschriften in kennis stelt en aantoont dat zijn vangst per inspanningseenheid van de betrokken inspanningsgroep ten minste 15 % afwijkt van de vangst per inspanningseenheid die is gebruikt voor de vaststelling van de standaardcorrectiefactor.
4. Par dérogation au paragraphe 2, un État membre peut appliquer un facteur de correction différent, après en avoir informé la Commission par voie électronique conformément aux exigences établies à l’annexe IV et avoir démontré que la CPUE de son groupe d’effort présente une différence d’au moins 15 % avec la CPUE utilisée pour établir le facteur de correction normalisé.