29. wijst erop dat de toetreding aanvragende lidstaten een gemiddelde nominale langetermijnrente moeten hebben die gedurende een periode van een jaar voorafgaand aan de aanvraag niet meer dan twee procentpunten hoger mag hebben gelegen dan die van de drie best presterende lidstaten wat betreft de prijsstabiliteit, op basis van gegevens van de Commissie in samenwerking met de ECB;
29. souligne que les candidats à l'adhésion doivent avoir un taux d'intérêt nominal moyen à long terme, observé sur une période d'un an précédant leur demande, qui n'excède pas de plus de 2 points de pourcentage celui des trois États membres présentant les meilleures résultats en matière de stabilité des prix, sur la base des données fournies par la Commission en coopération avec la BCE;