Als een entiteit op grond van deze standaard verplicht is een in een contract besloten derivaat te scheiden van het basiscontract, maar bij verwerving of aan het eind van een latere verslagperiode de waarde van dat derivaat niet individueel kan bepalen, moet zij het gehele hybridische (samengestelde) contract aanwijzen als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening.
Si une entité est tenue par la présente norme de séparer de son contrat hôte un dérivé incorporé, mais qu'elle se trouve dans l'incapacité d'évaluer séparément le dérivé incorporé tant à la date de son acquisition qu'à une date ultérieure de reporting, elle doit désigner l'intégralité du contrat hybride (composé) comme étant à la juste valeur par le biais du compte de résultat.