Vertaling van "context moet nauwere " (Nederlands → Frans) :

In deze context moet nauwere internationale samenwerking ten behoeve van informatie-uitwisseling, gegevensverzameling, onderzoek, monitoring en evaluatie worden aangemoedigd, om de impact van maatregelen te optimaliseren, dubbel werk te vermijden en de administratieve lasten voor de lidstaten te verlagen.
Dans ce contexte, le renforcement de la coopération internationale en vue de l’échange d’informations, de la collecte de données, de la recherche, du suivi et de l’évaluation doit être encouragé afin de maximiser l’impact de l’action, d’éviter la duplication des efforts et de réduire la charge administrative qui pèse sur les États membres.

Dit voorstel moet worden gezien binnen de algemene context van een hernieuwd Europees nabuurschapsbeleid dat aan partnerlanden nauwere politieke samenwerking en diepere economische integratie aanbiedt overeenkomstig artikel 8 van het Verdrag van Lissabon.
La proposition doit être appréhendée dans le contexte général de la nouvelle politique européenne de voisinage qui offre aux pays partenaires une coopération politique plus étroite et une intégration économique approfondie, conformément à l'article 8 du traité de Lisbonne.

2. benadrukt dat er rekening moet worden gehouden met de ruimere mondiale context, in het bijzonder ten aanzien van de timing en inhoud van wetgevingsvoorstellen om de internationale concurrentiepositie van de financiële sector van de EU te vrijwaren, het investeringsklimaat in de EU te verbeteren, kapitaalstromen naar de EU te lokken en wederzijdse toegang tot de internationale markten te garanderen; onderstreept in dit verband dat de Commissie nauwer moet gaan samenwerken met internationale instanties zoals de Raad voor financiële stabiliteit (FSB) en de Internationale organisatie van effectentoezichthouders (Iosco);
2. souligne la nécessité de tenir compte du contexte international général, notamment en ce qui concerne le calendrier et le contenu des propositions législatives, afin de sauvegarder et de renforcer la compétitivité internationale du secteur financier de l'Union, d'y améliorer le climat d'investissement, d'y attirer des flux de capitaux et d'assurer les conditions d'une réciprocité d'accès aux marchés financiers internationaux; souligne, dans ce contexte, la nécessité d'une coopération plus étroite de la Commission avec des organes internationaux tels que le Conseil de stabilité financière (CSF) et l'Organisation internationale des commissions de valeurs (OICV);

46. stelt zich op het standpunt dat de criminele activiteiten en het barbaarse geweld van terroristische jihadistengroepen in en onder het vaandel van de zogenaamde Islamitische Staat (IS) een grote bedreiging vormen voor de bredere regio in het Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA-regio), voor Europa en potentieel ook voor vrede en stabiliteit op wereldniveau; steunt de wereldwijde coalitie tegen IS in haar inspanningen om IS met militaire middelen te bestrijden; is verheugd over de bijdragen die lidstaten van de EU in deze context leveren, en moedigt aan tot een nauwere, efficiënte wereldwijde samenwerking en dialoog om te komen tot een gezamenlijke beoordeling van de dreiging; dringt erop aan wereldwijd de regelgevingsdruk resoluut op te voeren om de jihadisten hun inkomsten uit olie te ontnemen en strenge mondiale sancties op te leggen voor financiële transacties ten gunste van IS; merkt in dit verband op dat de financiële middelen van de jihadistische groepen onder meer afkomstig zijn uit enkele Arabische landen en dat de EU moet eisen dat die landen coherenter optreden; acht het dringend noodzakelijk tegen te gaan dat jihadistische groeperingen het internet kunnen gebruiken voor rekrutering en propaganda; wijst op de noodzaak om zowel de internationale samenwerking als de samenwerking binnen de EU te versterken om te voorkomen dat extremisten naar Syrië en Irak reizen en zich daar aansluiten bij de jihadistische strijders, met inbegrip van investeringen in nationale programma's voor preventie en deradicalisering in de lidstaten; roept de lidstaten op manieren te zoeken om terugkerende Europese strijders voor de rechter te brengen binnen de grenzen van hun nationale strafrechtssysteem; herinnert aan de noodzaak van nauwere samenwerking en coördinatie tussen Turkije en de EU;
46. estime que les activités criminelles et la violence barbare perpétrées par les groupes terroristes djihadistes du soi-disant État islamique (EI) et ceux qui lui sont associés représentent une menace majeure pour la région élargie du Moyen-Orient et de l'Afrique du Nord, pour l'Europe, voire pour la paix et la stabilité mondiales; soutient la coalition mondiale contre l'EI et ses efforts pour lutter militairement contre cette organisation; salue les contributions des États membres de l'Union dans ce contexte et promeut le renforcement et l'efficacité de la coopération et du dialogue à l'échelle mondiale en vue de parvenir à une analyse commune de la menace; demande instamment l'intensification de la forte pression mondiale afin que les djihadistes soient privés de revenus pétroliers et que des sanctions strictes au niveau mondial soient appliquées sur les transactions financières dont ils sont les bénéficiaires; observe, dans ce contexte, que les ressources financières des groupes djihadistes proviennent également de certains pays arabes, auxquels l'Union devraient demander davantage de cohérence; souligne qu'il est urgent de lutter contre l'utilisation de l'internet par les groupes djihadistes à des fins de recrutement et de propagande; souligne la nécessité de renforcer à l'échelle internationale et au sein de l'Union la coopération visant à empêcher les extrémistes de se rendre en Syrie et en Iraq pour se joindre à la lutte djihadiste, y compris par des investissements dans des programmes nationaux de prévention de la radicalisation et de déradicalisation dans les États membres; appelle les États membres à prendre des mesures législatives, dans le cadre de leur système de droit pénal national, pour traduire en justice les combattants européens de retour dans leur pays; rappelle la nécessité d'une coopération et d'une coordination plus étroites entre la Turquie et l'Union européenne;

44. stelt zich op het standpunt dat de criminele activiteiten en het barbaarse geweld van terroristische jihadistengroepen in en onder het vaandel van de zogenaamde Islamitische Staat (IS) een grote bedreiging vormen voor de bredere regio in het Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA-regio), voor Europa en potentieel ook voor vrede en stabiliteit op wereldniveau; steunt de wereldwijde coalitie tegen IS in haar inspanningen om IS met militaire middelen te bestrijden; is verheugd over de bijdragen die lidstaten van de EU in deze context leveren, en moedigt aan tot een nauwere, efficiënte wereldwijde samenwerking en dialoog om te komen tot een gezamenlijke beoordeling van de dreiging; dringt erop aan wereldwijd de regelgevingsdruk resoluut op te voeren om de jihadisten hun inkomsten uit olie te ontnemen en strenge mondiale sancties op te leggen voor financiële transacties ten gunste van IS; merkt in dit verband op dat de financiële middelen van de jihadistische groepen onder meer afkomstig zijn uit enkele Arabische landen en dat de EU moet eisen dat die landen coherenter optreden; acht het dringend noodzakelijk tegen te gaan dat jihadistische groeperingen het internet kunnen gebruiken voor rekrutering en propaganda; wijst op de noodzaak om zowel de internationale samenwerking als de samenwerking binnen de EU te versterken om te voorkomen dat extremisten naar Syrië en Irak reizen en zich daar aansluiten bij de jihadistische strijders, met inbegrip van investeringen in nationale programma's voor preventie en deradicalisering in de lidstaten; roept de lidstaten op manieren te zoeken om terugkerende Europese strijders voor de rechter te brengen binnen de grenzen van hun nationale strafrechtssysteem; herinnert aan de noodzaak van nauwere samenwerking en coördinatie tussen Turkije en de EU;
44. estime que les activités criminelles et la violence barbare perpétrées par les groupes terroristes djihadistes du soi-disant État islamique (EI) et ceux qui lui sont associés représentent une menace majeure pour la région élargie du Moyen-Orient et de l'Afrique du Nord, pour l'Europe, voire pour la paix et la stabilité mondiales; soutient la coalition mondiale contre l'EI et ses efforts pour lutter militairement contre cette organisation; salue les contributions des États membres de l'Union dans ce contexte et promeut le renforcement et l'efficacité de la coopération et du dialogue à l'échelle mondiale en vue de parvenir à une analyse commune de la menace; demande instamment l'intensification de la forte pression mondiale afin que les djihadistes soient privés de revenus pétroliers et que des sanctions strictes au niveau mondial soient appliquées sur les transactions financières dont ils sont les bénéficiaires; observe, dans ce contexte, que les ressources financières des groupes djihadistes proviennent également de certains pays arabes, auxquels l'Union devraient demander davantage de cohérence; souligne qu'il est urgent de lutter contre l'utilisation de l'internet par les groupes djihadistes à des fins de recrutement et de propagande; souligne la nécessité de renforcer à l'échelle internationale et au sein de l'Union la coopération visant à empêcher les extrémistes de se rendre en Syrie et en Iraq pour se joindre à la lutte djihadiste, y compris par des investissements dans des programmes nationaux de prévention de la radicalisation et de déradicalisation dans les États membres; appelle les États membres à prendre des mesures législatives, dans le cadre de leur système de droit pénal national, pour traduire en justice les combattants européens de retour dans leur pays; rappelle la nécessité d'une coopération et d'une coordination plus étroites entre la Turquie et l'Union européenne;

De Overeenkomst van 20 september 2011 tussen België en de Verenigde Staten over de nauwere samenwerking op het stuk van preventie en bestrijding van zware criminaliteit moet bovendien gezien worden in de context van het Amerikaanse « Visa Waiver Program » dat in 2007 werd herzien.
L'Accord du 20 septembre 2011 sur le renforcement de la coopération dans la prévention et la lutte contre la criminalité grave doit en outre être envisagé à la lumière du « Visa Waiver Program » américain qui a été modernisé en 2007.

de EU moet – in het verlengde van de omwentelingen en daarmee gepaard gaande ontwikkelingen in de zuidelijke mediterrane partnerlanden – politieke prioriteiten vaststellen en het eens zien te worden over de financiering van nauwere euromediterrane samenwerking; - in deze context moeten ook Europese projectobligaties worden uitgegeven voor euromediterrane projecten op het gebied van duurzaam vervoer en energie, de digitale agenda en onderwijs, om aldus toegevoegde waarde te creëren voor kuststaten aan de beide oevers van de Middellandse Zee;
l'Union européenne doit définir ses priorités politiques et les instruments financiers afin de renforcer la coopération euro-méditerranéenne à la lumière des bouleversements et des développements qui ont lieu dans les pays partenaires de la rive sud de la Méditerranée; souligne, dans ce contexte, la nécessité que les emprunts obligataires garantis par l'Union pour le financement de projets soient étendus aux projets euro-méditerranéens concernant, à titre d'exemple, les transports et l'énergie durables, l'agenda numérique ainsi que l'éducation, ce qui créerait de la valeur ajoutée pour les deux rives de la Méditerranée;

7. is verheugd over de verklaring van de EU op de achtste vergadering van de Associatieraad EU-Israël, waarin wordt benadrukt dat de ontwikkeling van een nauwer partnerschap tussen de EU en Israël moet worden gezien in de context van de gemeenschappelijke belangen en doelstellingen, waaronder de regeling van het Israëlisch-Palestijnse conflict door middel van de tweestatenoplossing op basis van het internationaal recht en de naleving van de resoluties van de Verenigde Naties; verzoekt de Commissie en de lidstaten erop toe te zien dat de deelname van Israëlische entiteiten aan communautaire programma's in overeenstemming is met de bestaande wetgeving en het bestaande beleid van de EG, waarbij speciale aandacht wordt besteed aan maatregelen om de deelname van in de nederzettingen gevestigde bedrijven en organisaties aan de betrokken programma's te voorkomen, de controle op Israëlische producten die tegen preferentiële tarieven in de EU worden ingevoerd te versterken en inbreukprocedures in te stellen als er producten uit de bezette Palestijnse gebieden komen; vertrouwt erop dat Israël er begrip voor heeft dat de Gemeenschap haar eigen juridische verplichtingen uit hoofde van het Verdrag en het algemene internationale recht moet naleven, en te dien einde met de Gemeenschap zal samenwerken;
7. se félicite de la déclaration de l'UE à la huitième réunion du conseil d'association UE‑Israël, dans laquelle il est souligné que le processus de développement d'un partenariat UE‑Israël renforcé doit être placé dans la perspective des intérêts et objectifs communs, y compris la résolution du conflit israélo-palestinien par la mise en œuvre de la solution bi-étatique, fondée sur le droit international et sur le respect des résolutions des Nations unies; demande à la Commission et aux États membres de veiller à ce que la participation d'entités israéliennes aux programmes communautaires se fasse conformément à la législation et à la politique européennes en vigueur, en particulier en ce qui concerne les mesures visant à empêcher la participation aux programmes en question de sociétés et organisations implantées dans les colonies de peuplement, en renforçant les contrôles des produits israéliens importés dans l'UE sous régime préférentiel et en ouvrant des procédures d'infraction si des produits proviennent des territoires palestiniens occupés; est convaincu qu'Israël respectera l'obligation qui incombe à la Communauté de respecter les engagement qu'elle a pris dans le traité et en vertu du droit international général et aidera la Communauté dans ses efforts pour ce faire;