Via de diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen moet het land van herkomst voor de burgers van de EU bescherming en hulp waarborgen (artikel 3 van het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer en artikel 1 van het Verdrag van Wenen inzake consulair verkeer). Ook moeten volgens het Verdrag van Maastricht de Europese burgers buiten de Gemeenschap bijkomende diplomatieke en consulaire bescherming genieten op grond van hun Europees staatsburgerschap.
Les citoyens de l’Union doivent avoir accès à la protection et l’assistance des pays dont ils sont les ressortissants, via leurs missions diplomatiques et consulats (article 3 de la Convention de Vienne sur les relations diplomatiques et article 1 de la Convention de Vienne sur les relations consulaires) et, conformément aux dispositions du traité de Maastricht, à la protection diplomatique et consulaire supplémentaire en dehors des frontières de l’Union européenne, qui découle de leur statut en tant que citoyens de l’Union européenne.