Artikel 20 bepaalt dat in de scholen die in België worden opgericht krachtens een internationale overeenkomst waaraan België deelneemt, de onderwijstaal overeenkomstig de artikelen 4 en 5, eerste lid, van de wet van 30 juli 1963, wordt bepaald voor de leerlingen van Belgische nationaliteit en leerlingen van vreemde nationaliteit waarvan het gezinshoofd in België verblijft en niet behoort tot een volkenrechtelijke organisatie, een ambassade, een
gezantschap of een consulaat of een instelling van internationale
aard, als dusdanig erkend bij koninklijk besl ...[+++]uit op eensluidend advies van de Vaste Commissie voor taaltoezicht».
L'article 20 dispose que dans les écoles créées en Belgique en vertu d'une convention internationale à laquelle la Belgique est partie, la langue de l'enseignement est déterminée conformément à l'article 4 et à l'article 5, alinéa 1er, pour les élèves de nationalité belge et pour les élèves de nationalité étrangère dont le chef de famille réside en Belgique et ne fait pas partie d'une organisation de droit des gens, d'une ambassade, d'une légation ou d'un consulat ou d'une institution à caractère international, reconnu comme tel par arrêté royal sur avis conforme de la Commission permanente de contrôle linguistique».