Art. 8. De voorzitter brengt een sfeer van onderling vertrouwen tot stand binnen de raad van bestuur door tijd te geven voor het debat en door bij te dragen tot open discussies, het uiten van de verschillende opinies op een constructieve manier en tot de instemming met de genomen beslissingen.
Art. 8. Le président développe un climat de confiance au sein du conseil d'administration en donnant le temps au débat et en contribuant à des discussions ouvertes, à l'expression constructive des différentes opinions et à l'adhésion aux décisions prises.