6. is van oordeel dat aan het vereiste dat de nauwere samenwerking alleen wordt gebruikt in laatste instantie moet worden toegevoegd dat hierbij de mogelijkheid wordt uitgesloten nauwere samenwerkingen aan te gaan op terreinen waarvoor krachtens de Verdragen bij de aanneming van besluiten meerderheid van stemmen is vereist, terwijl ook de noodzakelijke termijnen moeten worden vastgesteld voor de constatering dat wegens ontbreken van eenstemmigheid in de Raad niet meer op een besluit kan worden gerekend en dat deze blokkering moet worden opgeheven door middel van een nauwere samenwerking van een deel van de lidstaten;
6. considère que l'exigence selon laquelle la coopération renforcée ne doit être utilisée qu'en dernier ressort, doit être complétée en excluant la possibilité d'instituer une telle coopération dans les domaines où les traités prévoient l'adoption de décisions à la majorité, et en fixant les délais nécessaires pour qu'il soit clair qu'une décision n'est plus à escompter, faute d'unanimité au Conseil, et qu'il convient de surmonter ce blocage par la coopération renforcée d'une partie des États membres;