1° voor het kind een normale uitoefening mogelijk te maken van zijn recht op persoonlijke relaties met de ouder waarmee het niet samenleeft, indien dit recht werd onderbroken of indien de uitoefening ervan moeilijk of op een conflictueuze manier verloopt;
1° de permettre à l'enfant un exercice normal de son droit aux relations personnelles avec le parent avec lequel il ne vit pas, lorsque ce droit a été interrompu ou lorsqu'il se déroule difficilement ou de manière conflictuelle;