2. concludeert uit de definitieve vaststelling van de algemene begroting van de Unie voor het begrotingsjaar 2010 dat, voor 2010, onder titel I (personeelsuitgaven) en titel II (administratie), de vastleggingskredieten van de Unie 23 633 000 EUR bedroegen en de betalingskredieten 19 000 000 EUR; concludeert verder dat onder titel III (beleidsuitgaven) de vastleggingskredieten 59 367 000 EUR bedroegen en de betalingskredieten 38 000 000 EUR;
2. note, dans l'adoption définitive du budget général de l'Union pour l'exercice 2010, qu'au titre I (dépenses de personnel) et au titre II (administration), les crédits d'engagement de l'Union pour 2010 s'élèvent à 23 633 000 euros, et les crédits de paiement, à 19 000 000 euros; fait également observer qu'au titre III (dépenses opérationnelles), les crédits d'engagement s'élèvent à 59 367 000 euros et les crédits de paiement à 38 000 000 euros;