13. onderstreept dat het Parlement, evenals alle andere instellingen, zo compleet mogelijke ramingen moet indienen in het voorjaar en het begin van de zomer; benadrukt dat een nota van wijzigingen uitsluitend in het najaar moet worden gebruikt in geval van onvoorziene gebeurtenissen en technische updates; erkent dat een verkiezingsjaar een specifieke situatie vormt waarin deze procedures op flexibeler wijze dienen te verlopen om de prerogatieven van het nieuwe Parlement te beschermen;
13. souligne la nécessité pour le Parlement, comme pour toutes les institutions, de présenter un avant-projet de budget aussi complet que possible au printemps et au début de l'été; souligne que le recours à une lettre rectificative à l'automne devrait être strictement limité aux événements imprévus et aux mises à jour techniques; reconnaît que les années électorales constituent une situation spécifique dans laquelle ces procédures doivent comporter davantage de souplesse, afin de préserver les prérogatives d'un parlement nouvellement constitué;
