De in artikel 29 bedoelde ambtenaren die in de centrale diensten, bedoeld in de artikelen 17 tot 22 van hetzelfde koninklijk besluit van 29 oktober 1971, benoemd worden in een betrekking met een titel of graad, waaraan een weddeschaal is verbonden waarin zij voorheen geldelijk werden gelijkgesteld in uitvoering van dit hoofdstuk, behouden het voordeel van de geslaagde gecertificeerde opleidingen of competentiemetingen op grond van deze gelijkstelling.
Les agents visés à l'article 29 qui sont nommés dans les services centraux, visés aux articles 17 à 22 du même arrêté royal du 29 octobre 1971, dans un emploi auquel est attaché un titre ou grade avec une échelle de traitement dans laquelle ils étaient auparavant assimilés pécuniairement en application du présent chapitre, maintiennent le bénéfice des formations certifiées ou mesures de compétences réussies sur base de cette assimilation.