Als de lidstaten evenwel menen dat de markt alleen niet het aanbod van een universele dienst garandeert, dan kunnen zij op grond van het Gemeenschapsrecht één of meer universeledienstverleners aanwijzen en eventueel de aan het verrichten van de universele dienst verbonden nettokosten te compenseren om marktverstoringen zoveel mogelijk te beperken.
Toutefois, lorsque des États membres constatent que le marché ne suffit pas pour garantir la fourniture du service universel, le droit communautaire les autorise à désigner un ou plusieurs fournisseurs du service universel et à éventuellement compenser le coût net de la fourniture du service universel de manière à minimiser la distorsion de concurrence sur le marché.