Nog afgezien van de vraag of het aanbrengen van affiches dienstig met het gebruik van die moderne communicatiemiddelen kan worden vergeleken in het licht van een toetsing aan de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, stelt het Hof vast dat de aanwending van de moderne communicatiemiddelen niet dezelfde problemen doet rijzen als bij het aanbrengen van affiches, zodat de niet-toepassing van de besluitwet op die communicatiemiddelen niet zonder verantwoording is.
Abstraction faite de la question de savoir si l'apposition d'affiches peut être comparée utilement à l'usage de ces moyens de communication modernes à la lumière d'un contrôle au regard des articles 10 et 11 de la Constitution, la Cour constate que l'usage de moyens de communication modernes ne génère pas les mêmes problèmes qu'en cas d'apposition d'affiches, de sorte que la non-application de l'arrêté-loi à ces moyens de communication n'est pas dénuée de justification.