In die beide arresten, die betrekking hadden op het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, overwoog het Hof dat uit de aard van de in artikel 7, lid 1, van de richtlijn voorkomende uitzonderingen kan wor
den afgeleid dat de communautaire wetgever de Lid-Staten heeft
willen toestaan tijdelijk de aan vrouwen toegekende voordelen op pensioengebied te handhaven, teneinde hen in staat te
stellen hun pensioenstelsels op dit punt geleide ...[+++]lijk aan te passen zonder het ingewikkelde financiële evenwicht van die stelsels - een aspect dat niet kon worden genegeerd - te verstoren (arrest De Vriendt, rechtsoverweging 26; arrest Wolfs, rechtsoverweging 25)».Dans ces deux arrêts, qui concernaient l'arrêté royal n° 50 du 24 octobre 1967 relatif à la pension de retraite et de survie des travailleurs salariés, la Cour a considéré qu'il ressort de la nature des exceptions figurant à l'article 7, paragraphe 1, de la directive
que le législateur communautaire a entendu autoriser les Etats membres à maintenir temporairement, en matière de retraites, les avantages reconnus aux femmes, afin de leur permettre de procéder progressivement à une modification des systèmes de pensions sur ce point sans perturber l'équilibre financier complexe de ces systèmes, dont il ne pouvait méconnaître l'importance (ar
...[+++]rêt De Vriendt, considérant 26; arrêt Wolfs, considérant 25)».