Vertaling van "commissievoorstellen zijn 14 lidstaten overeengekomen om onderling nauwer samen " (Nederlands → Frans) :

Op basis van nieuwe Commissievoorstellen zijn 14 lidstaten overeengekomen om onderling nauwer samen te werken. Naar aanleiding daarvan is een verordening aangenomen die regels bevat om te bepalen welk recht bij (echt)scheiding van toepassing is (de “Rome III-verordening”).
Sur la base de nouvelles propositions de la Commission, 14 États membres ont décidé d'instaurer entre eux une coopération renforcée et ont adopté un règlement fixant les règles déterminant la loi applicable au divorce et à la séparation de corps (le règlement «Rome III»).

14. wenst nauwer samen te werken met de nationale parlementen in de EU bij de democratische controle van het GBVB en het GVDB, met het doel om hun invloed op de politieke keuzen van de andere Europese instellingen en de lidstaten onderling te versterken, met volledige eerbiediging van de bestaande prerogatieven op het gebied van defensiebeleid van de nationale parlementen; betreurt het feit dat tijdens de vergadering van de Conferentie van EU-parlementsvoorzitters op 4-5 april 2011 geen overeenstemming is bereikt over de thema's van een interparlementaire conferentie over het GBVB/GVDB, en hoopt op een overeenkomst met de parlementen van de lidstaten over nieuwe vormen van interparlementaire samenwerking op dit vlak; herinnert eraan dat in artikel 9 van protocol 1 bij het Verdrag van Lissabon betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie duidelijk staat dat het Europees Parlement en de nationale parlementen samen bepalen hoe binnen de Unie een efficiënte en regelmatige samenwerking tussen de verschillende parlementen kan worden georganiseerd en gestimuleerd;
14. souhaite renforcer la coopération avec les parlements nationaux de l'UE dans l'examen démocratique de la PESC et de la PSDC, afin de renforcer mutuellement leur influence respective sur les choix politiques opérés par les autres institutions européennes et par les États membres, dans le plein respect des prérogatives existantes des parlements nationaux en matière de politique de défense; déplore que la conférence des présidents des parlements de l'UE des 4 et 5 avril 2011 n'ait pas permis de dégager un accord sur les caractéristiques d'une conférence interparlementaire pour la PESC et la PSDC et espère qu'un accord avec les parlements nationaux pourra être dégagé sur de nouvelles formes de coopération dans ce domaine; rappelle que l'article 9 du protocole n° 1 du traité de Lisbonne sur le rôle des parlements nationaux dans l'Union européenne dispose clairement que l'organisation et la promotion de toute forme de coopération interparlementaire efficace et régulière au sein de l'Union est définie conjointement par le Parlement européen et les parlements nationaux;

14. wenst nauwer samen te werken met de nationale parlementen in de EU bij de democratische controle van het GBVB en het GVDB, met het doel om hun invloed op de politieke keuzen van de andere Europese instellingen en de lidstaten onderling te versterken, met volledige eerbiediging van de bestaande prerogatieven op het gebied van defensiebeleid van de nationale parlementen; betreurt het feit dat tijdens de vergadering van de Conferentie van EU-parlementsvoorzitters op 4-5 april 2011 geen overeenstemming is bereikt over de thema's van een interparlementaire conferentie over het GBVB/GVDB; herinnert eraan dat in artikel 9 van protocol 1 bij het Verdrag van Lissabon betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie duidelijk staat dat het Europees Parlement en de nationale parlementen samen bepalen hoe binnen de Unie een efficiënte en regelmatige samenwerking tussen de verschillende parlementen kan worden georganiseerd en gestimuleerd;
14. souhaite renforcer la coopération avec les parlements nationaux de l'UE dans l'examen démocratique de la PESC et de la PSDC, afin de renforcer mutuellement leur influence respective sur les choix politiques opérés par les autres institutions européennes et par les États membres, dans le plein respect des prérogatives existantes des parlements nationaux en matière de politique de défense; déplore que la conférence des présidents des parlements de l'UE des 4 et 5 avril 2011 n'ait pas permis de dégager un accord sur les caractéristiques d'une conférence interparlementaire pour la PESC et la PSDC; rappelle que l'article 9 du protocole n° 1 du traité de Lisbonne sur le rôle des parlements nationaux dans l'Union européenne dispose clairement que l'organisation et la promotion de toute forme de coopération interparlementaire efficace et régulière au sein de l'Union est définie conjointement par le Parlement européen et les parlements nationaux;