Het voorstel gaat immers uit van een zeker status-quo en is bedoeld om te voorzien in een alternatief waar de leden van de commissie zonder enig gezichtsverlies mee akkoord zouden kunnen gaan.
La proposition part en effet d'un statu quo certain qui permet d'offrir une alternative que les membres de la commission pourraient accepter en ne perdant nullement la face.